, [], Whether Christ will judge under the form of His humanity?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [72]Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en [73]het Koninkrijk, dat Hem [74]alle volken, natien en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, [75]die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk [76]zal niet verdorven worden. 72. Te weten Christus, als Middelaar, is van den Vader gegeven, enz. Vergelijk dit met Matth.28:18; Hand.2:33,34,36; Hebr.1;3,4. 73. Niet een werelds koninkrijk om lichamelijk op aarde te regeren; maar een geestelijk koninkrijk, opdat Hij heerse in het midden zijner vijanden, zo door de krachtige predikatie van het Evangelie in de harten der uitverkorenen, als door het bedwingen der verworpenen, die de uitverkorenen, Christus belijdende, vervolgen. Vergelijk Ps.110:. 74. Niet allen hoofd voor hoofd, maar uit alle volken, natien en tongen der ganse wereld, een grote menigte; en aangaande zijne vijanden, zal Hij verheerlijkt worden door derzelver rechtvaardige straf. Ten dezen aanzien komt Christus met recht toe, ja Christus alleen en geen schepselen, de titel van Koning der koningen en Heere der heren. Vergelijk Ps.2:8; Ef.1:21,22; Fillip.2:9,10,11; Openb.19:16. 75. Of, die niet weggenomen zal worden. 76. Want, ofschoon het hier op aarde wordt bestreden en bevochten van zijne vijanden, zo zal en kan het niet uitgeroeid worden, maar het zal altijd blijven.